Statuten & Huishoudelijk Reglement

Statuten Goudse Reddingsbrigade

NAAM

Artikel 1
1. De vereniging draagt de naam "GOUDSE REDDINGSBRIGADE" verder in deze stukken genoemd en aangeduid met de letters "GRB".
2. De vereniging is als "Brigade tot het Redden van Drenkelingen" opgericht op vierentwintig juni negentienhonderdéénentwintig
 

ZETEL

Artikel 2
Zij is gevestigd te GOUDA.
 

DOEL

Artikel 3
1. De GRB heeft als doel: bevorderen van het redden van drenkelingen in de meest ruime zin.
2. Zij tracht dit doel te bereiken langs wettige weg en wel door:
a. het geven van theoretisch en praktisch onderwijs in het zwemmend redden; b. het geven van theoretisch en praktisch onderwijs in het varend redden; c. het geven van voorlichting, het verstrekken van adviezen en het beschikbaar stellen van medewerkers voor beveiligingstaken en het helpen bestrijden van watersnood- rampen; d. de leden in de gelegenheid te stellen op wedstrijden en kampioenschappen titels te behalen, welke bij het zwemmend en varend redden gebruikelijk zijn; e. samenwerking met- en steun van de overheid; f. alle andere wettige middelen, die voor het doel bevorderlijk kunnen zijn.
 

LEDEN

Artikel 4
1. De GRB onderscheidt: a. leden; b. junior-deelnemers; c. ere-leden; d. leden van verdienste; e. begunstigers; f. beschermheer of beschermvrouwe; g. cursisten. 2. Lid is degene die de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt en als lid is toegelaten overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 of degene die bij begin van een boekjaar de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt en tot het bereiken van die leeftijd reeds junior-deelnemer was. 3. Junior-deelnemer is degene die de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt en als junior-deelnemer is toegelaten overeenkomstig het bepaalde in artikel 5. 4. Ere-lid is degene die door de algemene ledenvergadering met algemene stemmen als zodanig is benoemd, op grond van de omstandigheid dat hij zich bijzonder verdienstelijk voor de vereniging heeft gemaakt. 5. Lid van verdienste is degene die door de algemene ledenvergadering met algemene stemmen als zodanig is benoemd, op grond van de omstandigheid dat hij zich bijzonder verdienstelijk voor de vereniging heeft gemaakt. 6. Begunstiger is degene, die zich als zodanig bij het bestuur heeft aangemeld en door het bestuur is toegelaten. Hij steunt de vereniging met een financiële bijdrage, waarvan het minimum wordt vastgesteld door het bestuur. Begunstigers zijn als zodanig geen lid van de GRB. 7. Cursist is degene, die niet als lid of junior-deelnemer wordt beschouwd, doch wel deelneemt aan de activiteiten van de vereniging door het volgen van cursussen in welke vorm dan ook.
 

TOELATING EN DUUR VAN HET LIDMAATSCHAP EN JUNIOR DEELNEMERSCHAP

Artikel 5
1. Degene die lid of junior-deelnemer wil worden, meldt zich aan op een in het huishoudelijk reglement nader te bepalen wijze. Voor minderjarigen dient de toestemming door de wettelijke vertegenwoordiger schriftelijk te blijken. 2. Het bestuur beslist of een kandidaat al of niet als lid, junior-deelnemer of begunstiger wordt toegelaten. 3. De secretaris geeft van een beslissing tot het niet toe laten als lid onverwijld schriftelijk kennis aan de kandidaat. 4. Indien een kandidaat niet als lid is toegelaten, kan hij binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving een beroep doen op de algemene ledenvergadering. Het beroep moet schriftelijk worden ingediend bij de secretaris. 5. Bij niet toelating tot lid kan de algemene ledenvergadering alsnog besluiten tot toelating over te gaan. 6. Het lidmaatschap of junior-deelnemerschap wordt aangegaan voor de duur van het lopende boekjaar en telkens stilzwijgend verlengd voor een jaar.

EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP EN JUNIOR-DEELNEMERSCHAP

Artikel 6
1. Het lidmaatschap en het junior-deelnemerschap eindigt: a. door overlijden; b. door opzegging, of door opzegging van de wettelijke vertegenwoordiger van een junior-deelnemer; c. door opzegging namens de vereniging. Deze kan geschieden wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap of het junior- deelnemerschap te laten voortduren; d. door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid of junior- deelnemer in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeeld. 2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur. 3. Ontzetting uit het lidmaatschap, of junior-deelnemerschap geschiedt door het bestuur. 4. a. Opzegging van het lidmaatschap, of junior-deelnemerschap dient uitsluitend schriftelijk bij het secretariaat te geschieden, met inachtneming van een opzegtermijn van één maand voor het einde van het boekjaar. b. Het lidmaatschap of junior-deelnemerschap kan echter onmiddellijk worden beëindigd, indien van de vereniging niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren. 5. Degene, voor junior-deelnemers de wetelijke vertegenwoordiger, ten aanzien van wie een besluit tot ontzetting is genomen, wordt ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Hem staat binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving beroep op de algemene ledenvergadering open. Het beroep moet schriftelijk bij de secretaris worden ingediend. 6. Tenzij de betrokkene te kennen geeft dat het beroep behandeld kan worden op de eerstvolgende door het bestuur voorgenomen algemene ledenvergadering, roept het bestuur binnen vier weken na ontvangst van het ingediende beroep een algemene ledenvergadering bijeen ter behandeling van het beroep. De betrokkene wordt in de gelegenheid gesteld om zich tijdens de behandeling van het beroep op de algemene ledenvergadering te verdedigen. Indien het beroep tegen de ontzetting ongegrond wordt verklaard en indien de agenda van de betreffende vergadering geen andere punten bevat dan de opening, notulen van de vorige vergadering, behandeling van het beroep, rondvraag en sluiting, is de betrokkene aansprakelijk voor de kosten van het bijeen roepen en het houden van de vergadering, tenzij de algemene ledenvergadering anders beslist. 7. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is de betrokkene geschorst, evenwel met dien verstande dat hij, of de wettelijke vertegenwoordiger van een junior-deelnemer bevoegd is de algemene ledenvergadering, tijdens de behandeling van het beroep, bij te wonen en daar het woord te voeren. Hij heeft echter geen stemrecht. Hij kan zich voor eigen rekening door een raadsman laten bijstaan. 8. Een bestuurslid kan, ook al is hij voor een bepaalde tijd benoemd, te allen tijde door de algemene ledenvergadering, die hem heeft benoemd worden ontslagen of geschorst.

SCHORSING

Artikel 7
1. Indien het bestuur niet voldoende termen aanwezig acht om tot ontzetting over te gaan, kan het een lid of junior-deelnemer overeenkomstig het bepaalde in het huishoudelijk reglement schorsen, met een maximum van drie maanden.
 

RECHTEN EN VERPLICHTINGEN

Artikel 8
1. Onverminderd het overigens bij de wet of deze statuten bepaalde, hebben de leden en junior-deelnemers het recht om van de door het bestuur aan te wijzen faciliteiten en eigendommen van de vereniging gebruik te maken. Dit gebruik moet geschieden overeenkomstig de door het bestuur vastgestelde reglementen en besluiten. 2. De door de leden of junior-deelnemers verschuldigde contributies worden jaarlijks vastgesteld door de algemene ledenvergadering. 3. Het bestuur bepaalt op welke wijze en welke datum uiterlijk aan de financiële verplichtingen moet zijn voldaan. 4. a. Personen, van wie het lidmaatschap of junior-deelnemerschap een aanvang heeft genomen, zijn over het boekjaar waarin de aanvang plaats vindt, contributie naar rato verplicht. b. Bij beëindiging of schorsing is over het boekjaar waarin het einde of de schorsing plaatsvindt, de contributie voor het geheel verschuldigd, tenzij het bestuur anders besluit. 5. Het bestuur kan, wanneer dit naar zijn oordeel redelijk is, in speciale gevallen besluiten dat het door een lid of junior-deelnemer verschuldigde, geheel of gedeeltelijk niet zal worden ingevorderd. Een zodanig besluit wordt de betrokkene door de penningmeester schriftelijk medegedeeld, waarna binnen dertig dagen betaling moet plaatsvinden van het bedrag, dat wel wordt ingevorderd, bij gebreke waarvan het besluit vervalt. 6. Alle op de invordering van gelden vallende kosten, komen voor rekening van de betrokkene. De invordering van gelden met buitengewone middelen, zoals door tussenkomst van een incasso-bureau of deurwaarder geschiedt krachtens bestuursbesluit.

BESTUUR

Artikel 9
1. Het bestuur van de GRB bestaat uit tenminste vijf meerderjarige leden. 2. De bestuursleden worden benoemd, geschorst en ontslagen bij besluit van de algemene ledenvergadering. Door het bestuur of de leden kunnen kandidaten worden voorgedragen. 3. a. De bestuursleden worden op de algemene ledenvergadering met meerderheid van de uitgebrachte stemmen uit en door de leden van de GRB gekozen voor een periode van ten hoogste drie jaar. b. Als door verschuiving van taken binnen het bestuur, een bestuurder een andere functie aanvaard, zal het bestuur er de zorg voor dragen dat, op de lijst van aftreden niet alleen de functie maar in dit geval de naam van het desbetreffende bestuurslid op de lijst van aftreden zal komen te staan, gelet op artikel 9 lid 3a. 4. Jaarlijks treedt tenminste éénderde van de bestuursleden af, volgens een door het bestuur op te maken rooster. Aftredende bestuursleden zijn terstond herkiesbaar. 5. Nieuw benoemde bestuursleden aanvaarden hun functie terstond na hun benoeming en nemen op het rooster van aftreden de plaats van hun voorgangers in. De algemene ledenvergadering kan voor de aanvaarding echter een ander tijdstip vaststellen. 6. a. Een bestuurslid kan worden geschorst overeenkomstig het bepaalde in het huishoudelijk reglement; b. De schorsing van een bestuurslid, die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door ontslag, eindigt door verloop van die termijn. 7. Schorsing van een bestuurslid als lid van de vereniging houdt tevens in de schorsing als bestuurslid. Het einde van het lidmaatschap houdt tevens het einde van het bestuurslidmaatschap in. 8. Een bestuurslid kan te allen tijde zelf ontslag nemen. 9. Bij een vacature in het bestuur wordt binnen twee maanden een algemene ledenvergadering gehouden ter vervulling daarvan, tenzij het bestuur besluit met de vervulling te wachten tot de eerstvolgende door het bestuur voorgenomen algemene ledenvergadering. 10. De voorzitter wordt door de algemene ledenvergadering in functie gekozen. 11. De voorzitter, secretaris en penningmeester vormen het dagelijks bestuur.

Artikel 10
1. Onverminderd zijn eigen verantwoordelijkheid kan het bestuur zich ter uitoefening van zijn taak door één of meer permanente of tijdelijke commissies, alsmede door hem aangezochte personen - al of niet bezoldigd - doen bijstaan. 2. a. Met uitzondering van de in artikel 11 lid 1 genoemde commissies, worden de commissies en commissieleden benoemd door het bestuur. b. De wijze van benoeming en de taakomschrijving worden bij huishoudelijk reglement geregeld. 
3. Aan deze commissie en/of personen kunnen door het bestuur bepaalde bevoegdheden worden toegekend. 4. De adviseurs en/of de samenstelling van de commissies worden door het bestuur aan de algemene ledenvergadering bekend gemaakt.

Artikel 11 
1. Tot de commissies van blijvende aard wordt gerekend de: 
Kascommissie; 2. De algemene ledenvergadering benoemt uit de leden een Kascommissie van tenminste twee personen welke twee jaar zitting hebben, waarvan elk jaar het langst zittende lid aftreedt en welk aftredend lid niet direct herkiesbaar is. Deze personen mogen geen deel uitmaken van het bestuur. Hebben beide leden even lang zitting dan wordt geloot, wie voor herbenoeming in aanmerking komt.
 

BESTUURSVERGADERINGEN

Artikel 12
1. De voorzitter bepaalt waar en wanneer een bestuursvergadering wordt gehouden. Hij is verplicht deze bijeen te doen roepen op verzoek van tenminste twee bestuursleden. 2. De secretaris stelt in overleg met de voorzitter de agenda vast, hij is verplicht een bepaald onderwerp op de agenda te plaatsen op verzoek van tenminste twee bestuursleden. 3. De voorzitter heeft de bevoegdheid de beraadslaging over een aan de orde zijnd onderwerp te sluiten, tenzij het bestuur anders besluit. 4. Bij staking van stemmen heeft de voorzitter een beslissende stem. 5. De secretaris of één door het bestuur aan te wijzen persoon houdt notulen bij, tenzij het bestuur besluit te volstaan met een besluitenlijst. De notulen cacu quo de besluitenlijst worden door het bestuur goedgekeurd.
 

BESTUURSTAKEN EN VERTEGENWOORDIGING

Artikel 13
1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging. 2. Het bestuur houdt een systeem bij van alle bij de GRB ingeschrevene. 3. Indien het aantal bestuursleden beneden vijf is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. behoudens het bepaalde in artikel 9. 4. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene ledenvergadering, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich door derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt. 5. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden beroep worden gedaan. 6. De algemene ledenvergadering kan bepalen dat voor andere, nader bij huishoudelijk reglement aan te duiden rechtshandelingen, haar goedkeuring is vereist. 7. De GRB wordt zowel in als buiten rechte vertegenwoordigd: a. hetzij door het bestuur; b. hetzij door het dagelijks bestuur; c. hetzij door de voorzitter; d. hetzij door degene die door het bestuur voor één of meer bepaalde handelingen schriftelijk wordt gemachtigd. Wie in een bepaald geval de GRB vertegenwoordigt, wordt door het bestuur beslist.
 

JAARVERSLAG, REKENING EN VERANTWOORDING

Artikel 14 
1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de GRB zodanig aantekening te houden dat te allen tijde daaruit zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. 2. Het bestuur brengt op een algemene ledenvergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene ledenvergadering, zijn jaarverslag uit, door overlegging van een balans en van een staat van baten en lasten, daarin rekening en verantwoording over haar in het afgelopen verenigingsjaar gevoerde beleid. Na verloop van de termijn kan ieder lid in rechte deze rekening en verantwoording van het bestuur vorderen. 
3. De Kascommissie controleert één maal per boekjaar, alsmede in de gevallen waarin het bestuur dit verzoekt, het beheer van de verenigingsfinanciën en brengt aan de algemene ledenvergadering schriftelijk verslag van haar bevindingen uit. 4. Het bestuur is verplicht aan de Kascommissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage van boeken en bescheiden te geven. 5. De last van de Kascommissie kan te allen tijde door de algemene ledenvergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere Kascommissie. 6. Goedkeuring door de algemene ledenvergadering van het jaarverslag en de balans van baten en lasten strekt het bestuur tot decharge voor alle handelingen, voorzover die uit jaarstukken blijken. 7. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel tien jaren lang te bewaren.
 

ALGEMENE LEDENVERGADERING

Artikel 15
1. Aan de algemene ledenvergadering komen in de GRB alle bevoegdheden toe, die door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen. 2. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis aan het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene ledenvergadering. 3. a. Jaarlijks voor één juli wordt een algemene ledenvergadering gehouden, welke in deze statuten wordt aangeduid als jaarlijkse algemene ledenvergadering; b. Voorts worden algemene ledenvergaderingen gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenst. 4. Een algemene ledenvergadering wordt voorts gehouden krachtens een besluit van de voorzitter of van het bestuur of op schriftelijk verzoek van tenminste zoveel leden als tezamen bevoegd zijn ééntiende gedeelte van de stemmen in de algemene ledenvergadering uit te brengen. 5. Ieder lid heeft toegang tot de algemene ledenvergadering en heeft de bevoegdheid aldaar het woord te voeren en voorstellen te doen. 6. Ieder lid heeft één stem. Een stem kan niet door machtiging worden uitgebracht. 7. Genoemden in artikel 4 lid 1 b, e, f en g hebben uitsluitend toegang tot de algemene ledenvergadering met toestemming van de voorzitter. Zij hebben dan de bevoegdheid om het woord te voeren, doch hebben geen stemrecht.


AGENDA VAN DE ALGEMENE LEDENVERGADERING

Artikel 16
1. De agenda van de jaarlijkse algemene ledenvergadering bevat tenminste de volgende punten: a. jaarverslag door het bestuur over het afgelopen boekjaar waarin opgenomen verslagen van diverse commissies; b. rekening en verantwoording door het bestuur over het gevoerde beleid en eventueel het te voeren beleid; 
c. verslag van de bevindingen van de Kascommissie; d. verkiezing van bestuursleden; e. benoeming Kascommissie; f. begroting voor het komende verenigingsjaar; g. voorstellen van het bestuur of de leden aangekondigd bij oproeping voor de algemene ledenvergadering. 2. De agenda van een algemene ledenvergadering wordt overigens door het bestuur vastgesteld, met inachtneming van hetgeen in dit artikel is bepaald. 3. Op schriftelijk verzoek van tenminste tien leden, is het bestuur verplicht een opgegeven punt op de agenda te plaatsen, mits zodanig verzoek wordt ontvangen tenminste veertien dagen voor de algemene ledenvergadering, de dag van ontvangst en van de algemene ledenvergadering niet meegerekend. 4. Wordt een verzoek om een punt op de agenda te plaatsen, niet ontvangen voor de hiervoor bepaalde dag, dan kan het bestuur alsnog besluiten het opgegeven punt op de agenda te plaatsen. De secretaris doet daarvan zo mogelijk onverwijld schriftelijk mededeling aan de leden. Heeft geen zodanige mededeling plaatsgevonden, dan kan de algemene ledenvergadering besluiten het opgegeven punt niet in behandeling te nemen. 
5. Indien een opgegeven punt niet in behandeling wordt genomen, zal het punt op de agenda van de eerstvolgende algemene ledenvergadering moeten worden geplaatst.

OPROEPING TER ALGEMENE LEDENVERGADERING

Artikel 17
1 a. De jaarlijkse algemene ledenvergadering wordt door de zorg van de secretaris bijeen geroepen door middel van een schriftelijke kennisgeving verzonden aan de leden naar het laatst bij de vereniging bekende adres, tenminste eenentwintig dagen van tevoren. b. Voor wat betreft een algemene ledenvergadering tenminste zeven dagen van tevoren, de dag van oproeping en de dag van vergadering niet meegerekend. 2. Andere dan leden genoemd in art 4 lid 1 kunnen van het houden van een algemene ledenvergadering op de hoogte worden gesteld op een door het bestuur te bepalen wijze. 3. De kennisgeving bevat de vermelding van tijd en plaats van de te houden vergadering eventueel de plaats waar de stukken ter inzage zijn gelegd, alsmede de agenda, onverminderd het bepaalde in artikel 16 lid 4.
Artikel 18 
1. Indien aan een verzoek, als bedoeld in artikel 15 lid 4 binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot het bijeen roepen overgaan op de wijze, als bepaald in lid 1 van artikel 17 De verzoekers bepalen dan zelf op welke wijze andere dan leden genoemd in artikel 4 lid 1 van de te houden vergadering op de hoogte zullen worden gebracht.
2. Indien de verzoekers niet in staat zijn de vergadering bijeen te roepen op de wijze als in het vorige lid is bedoeld, kunnen zij de vergadering bijeen roepen bij advertentie in tenminste een ter plaatse waar de vereniging is gevestigd veel gelezen dagblad of een huis aan huis verspreid blad.

BESLUITVORMING IN DE ALGEMENE LEDENVERGADERING

Artikel 19
1. De algemene ledenvergaderingen worden geleid door de voorzitter of diens plaatsvervanger. 2. Alle besluiten van de algemene ledenvergadering worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen, tenzij in de wet of deze statuten anders is bepaald. 3. Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling, tenzij de voorzitter of de algemene ledenvergadering anders besluit. 4. Bij staking van stemmen, is het voorstel verworpen. 
5. Heeft bij de stemming over de benoeming van personen niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vindt een tweede stemming plaats tussen de twee personen, die de meeste stemmen op zich verenigden. Indien bij de tweede stemming de stemmen staken, dan beslist het lot. 6. Mondelinge stemmingen geschieden bij oproep volgens presentielijst. 7. Mondelinge stemmen kunnen slechts worden uitgebracht met de woorden: voor, tegen of blanco. 8. Bij schriftelijk stemmen benoemt de voorzitter drie stemgerechtigden, die tezamen het stembureau vormen. 9. Bij mondeling stemmen kan de voorzitter overgaan tot instelling van een stembureau. 10. Na het bekend zijn van de uitslag van de stemming brengt het stembureau verslag uit aan de voorzitter, die op zijn beurt de vergadering inlicht. 11. Alle door het bestuur der GRB uitgereikte stembiljetten dienen per stemronde weer te worden ingeleverd, hetzij blanco, anders met de vermelding voor of tegen.

Artikel 20
1. Ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. 2. Als ongeldige stem wordt aangemerkt de stem uitgebracht, door middel van een stembiljet, die naar het oordeel van de voorzitter van het stembureau: a. de naam van de kandidaat niet duidelijk vermeldt; b. meer namen vermeldt dan het aantal te verkiezen personen bedraagt; c. meer vermeldt dan is gevraagd; d. niet namens of door het bestuur is uitgereikt; e. ondertekend is; f. onleesbaar is; g. de naam bevat van een persoon, die geen kandidaat gesteld is.

Artikel 21 
1. In geval van meerdere vacatures wordt over iedere vacature afzonderlijk gestemd. 2. Wanneer een gekozene voor de benoeming bedankt, vindt voor de vacature een nieuwe stemming plaats tussen de niet gekozen kandidaten. Is in een dergelijk geval het aantal kandidaten uitgeput, dan blijft de vacature tot de eerstvolgende algemene ledenvergadering, behoudens het bepaalde in artikel 9 lid 9. 

Artikel 22
1. Over elk voorstel wordt naar volgorde van indiening afzonderlijk gestemd, tenzij een later ingediend voorstel volgens de mening van de voorzitter van verdere strekking is dan een vorig, in welk geval het later ingediende voorstel de voorrang van behandeling heeft. 2. Aangenomen is een voorstel, wanneer niemand stemming verlangt of wanneer het meer dan de helft van het totaal uitgebrachte geldige stemmen heeft verkregen.


STATUTENWIJZIGING 

Artikel 23 
1. De statuten kunnen worden gewijzigd bij besluit van de algemene ledenvergadering, genomen met een meerderheid van tenminste tweederde van de stemmen. 2. Indien in een vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging aan de orde is, niet tweederde van de leden aanwezig is, dan wordt een nieuwe vergadering, met hetzelfde voorstel als in de vorige vergadering, bijeengeroepen, onder vermelding; "Dat het gaat om een tweede vergadering waarvoor niet de aanwezigheid van tweederde van het aantal leden wordt vereist", te houden niet eerder dan veertien dagen en niet later dan dertig dagen na de eerste algemene ledenvergadering. In deze vergadering kan een besluit tot statutenwijziging rechtsgeldig worden genomen met een meerderheid van tenminste tweederde van de stemmen, ongeacht het aantal aanwezige leden. 
3. Zij die de oproeping tot de algemene ledenvergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste vijf dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden. 4. De bepalingen in deze statuten, die reeds op grond van een dwingende wetsbepaling van toepassing zijn, zijn niet voor wijziging vatbaar. 
5. De wijziging treedt in werking nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. 6. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd. 

OMZETTING EN ONTBINDING

artikel 24
1. Het bepaalde in artikel 23, leden 1, 2 en 3 is van overeenkomstige toepassing: a. op een besluit tot ontbinding van de vereniging; b. op het besluit tot het verzoeken aan de rechtbank van een machtiging om de vereniging om te zetten in een andere rechtspersoon. 2. In geval van ontbinding wordt de bestemming van het batig saldo vastgesteld bij besluit van de algemene ledenvergadering. Op dit besluit is het bepaalde in artikel 23, lid 1, 2 en 3 eveneens van overeenkomstige toepassing. 3. Van een besluit tot ontbinding wordt een notariële akte opgemaakt. 4. Na ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voorzover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan moet aan haar naam worden toegevoegd de woorden "IN LIQUIDATIE".
 

HUISHOUDELIJK- EN ANDERE REGLEMENTEN

Artikel 25 
1. Een door de algemene ledenvergadering vast te stellen huishoudelijk reglement geeft nadere bepalingen met betrekking tot het beheer en de organisatie van de vereniging. 2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten. 3. Behalve het huishoudelijk reglement kunnen ook andere reglementen, ter regeling van bepaalde activiteiten, vastgesteld worden door het bestuur. 4. De GRB kan zich aansluiten bij één of meer organisaties of verenigingen, mits met goedkeuring van de algemene ledenvergadering. De GRB is verplicht bij het aangaan van een lidmaatschap zich te houden aan de regels die de organisatie of vereniging stelt doch deze mogen niet in strijd zijn met de Statuten en of reglementen van de GRB. Aansluiting bij, kan inhouden dat de Naam-Adres-Woonplaats gegevens van de ingeschrevene bij de GRB, doorgegeven worden aan de organisatie of vereniging waarvan het lidmaatschap is aanvaard, deze dienen zich te houden aan de regels betreffende de wet op de privacy. 

SLOTBEPALINGEN

Artikel 26 
De leden worden geacht de in nood verkerende medemens naar beste weten en kunnen te helpen, doch kunnen uit hoofde van hun lidmaatschap niet verplicht worden het eigen leven in de waagschaal te stellen. Zij aanvaarden zonder enig voorbehoud de gevolgen van hun daden, ondernomen in het belang van de medemens, zonder de vereniging aansprakelijk te stellen.

Artikel 27 
In gevallen, waarin deze statuten, het huishoudelijk reglement en/of andere reglementen van de vereniging niet voorzien, beslist het bestuur behoudens zijn verantwoordelijkheid aan de algemene ledenvergadering en met inachtneming van het dwingend recht van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 28
Alle leden en junior-deelnemers zijn verplicht tegen kostprijs een exemplaar van de Statuten en Huishoudelijk Reglement van de GOUDSE REDDINGS BRIGADE aan te schaffen.
Deze statuten zijn vastgesteld in de algemene ledenvergadering van de GRB, gehouden op zeventien september negentienhonderdzesennegentig te GOUDA.
 
Samenstelling van het bestuur tijdens wijziging;
Voorzitter J.H.A.W. de Jong
Secretaris J. Kuipers
Penningmeester I. van Miert-Rehorst
2e Voorzitter P. Wessels
2e Secretaris W.P. Baas
2e Penningmeester G.J.M. Bervoets
Commissaris R. Annaars
Commissaris A.K.M. Mooijenkind

Amendement Statuten

Dit amendement heeft ten doel de belangen van de vereniging te waarborgen in het kader van de nieuwe Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen 2021 (WBTR). Onderstaand voorziet, tot het moment van herziening van de statuten en/of huishoudelijk reglement, in de behoorlijke vervulling van haar bestuurstaken (conform artikel 2:9 e.v. BW).

Goed bestuur en tegengestelde belangen;

Artikel 1

1.) Bij vervulling van hun taak richten bestuurders van de Goudse Reddingsbrigade zich ten alle tijden naar het belang van de vereniging (2:44 BW lid 3).
2.) Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft, dat tegenstrijdig is of kan zijn met het belang van de vereniging. Wanneer een bestuur door voornoemd tegenstrijdig belang van één of meerdere bestuurders geen bestuursbesluit kan nemen, wordt dit besluit voorgelegd aan de algemene vergadering. (2:44 BW lid 6).

Vertegenwoordiging anders dan door het bestuur;

Artikel 2

1) Het bestuur doet geen beroep op een statutaire regeling die inhoudt dat in alle gevallen waarin de vereniging een tegenstrijdig belang heeft met een of meer bestuurders, de vereniging wordt vertegenwoordigd door een ander dan het bestuur (WBTR-artikel XV lid 3).
2) Bij ontstentenis of belet van alle bestuursleden berust het bestuur tijdelijk bij de algemene vergadering of de door deze vergadering aan te wijzen personen. Voor de gedurende deze periode verrichte bestuursdaden worden de aanwezen personen met een bestuurder gelijkgesteld.

Goed bestuur en financiën;

Artikel 3

1.) Het bestuur verklaart bekend te zijn met de navolgende aansprakelijkheidsbepaling: In geval van faillissement is iedere bestuurder jegens de boedel hoofdelijk aansprakelijk voor het bedrag van de schulden voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan, indien het bestuur zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Niet aansprakelijk is de bestuurder die bewijst dat de onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur niet aan hem te wijten is en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden. (artikel 2:50a BW lid 1 en artikel 2:138a BW lid 1 en 3). september ’21
2.) Het bestuur geeft als gevolg van lid 1 van dit artikel geen uitvoering aan financiële besluiten van het bestuur of de algemene vergadering waarvan het bestuur weet, had moeten weten of vermoedt dat het de vereniging in staat van faillissement kan brengen.

Goed bestuur en aangaan van wettelijke verplichtingen;

Artikel 4

1.) Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles met betrekking tot de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend. Het bestuur is verplicht de bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven (7) jaren te bewaren. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave van de gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.

2.) Het bestuur vraagt de goedkeuring van de algemene vergadering voor besluiten tot:
a.) Het aangaan van rechtsbetrekkingen en het doen van investeringen wanneer deze een bedrag of waarde van € 10.000,- (geïndexeerd met prijsindexcijfer consumenten, 2020=100) te boven gaan, voor zover hier niet via de begroting reeds toestemming voor is gegeven;
b.) Overeenkomsten van financiële en niet-financiële aard (voor een maximum waarde als vermeld onder artikel 4, lid 2, sub a), welke de vereniging voor langer dan een jaar binden;
c.) Het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen of geven van registergoederen buiten het bedrag waarvoor middels een begroting goedkeuring is ontvangen;
d.) Het aangaan van geldleningen of kredietovereenkomsten;
e.) Het uitlenen van gelden;
f.) Het optreden in rechte, met inbegrip van arbitrale procedures, waaronder niet begrepen het nemen van conservatoire maatregelen, het instellen van bezwaar en beroep op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht en andere rechtsmaatregelen die geen uitstel kunnen lijden; en
g.) Het aangaan, wijzigen of beëindigen van arbeidsovereenkomsten.

3.) Het bestuur dient goedkeuring te vragen aan de algemene ledenvergadering voordat het besluiten neemt over onderwerpen waarbij is vastgelegd dat instemming van de algemene ledenvergadering vereist is. september ’21

4.) Het bestuur brengt jaarlijks een bestuursverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het bestuur legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de algemene vergadering voor. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van een of meer bestuurders, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt (2:48 BW)

Goed bestuur en besluitvorming;

Artikel 5

1) De voorzitter of tenminste twee bestuursleden gezamenlijk zijn bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen.
2) De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur vindt schriftelijk (waaronder per e-mail) plaats via de brigade mailadressen van de bestuursleden met inachtneming van een termijn van ten minste zeven (7) dagen, de dag van bijeenroeping en die van de vergadering niet meegerekend, onder opgave van de dag, het aanvangstijdstip en de plaats van de vergadering en van de te behandelen onderwerpen (agenda).
3) De vergaderingen van het bestuur worden gehouden op de plaats te bepalen door degene die de vergadering bijeenroept.
4) Het bestuur kan slechts besluiten nemen als de (1/2) helft van de bestuursleden (al dan niet via een elektronisch communicatiemiddel) aanwezig is. Indien in de bestuursvergadering niet het voorgeschreven aantal bestuursleden aanwezig is, wordt een nieuwe bestuursvergadering bijeengeroepen door de aanwezige bestuursleden, te houden binnen één maand. In deze nieuwe vergadering kunnen, inzake de uitgestelde beslispunten, besluiten genomen worden, ongeacht het aantal aanwezige bestuursleden.
5) Als wordt gehandeld in strijd met dit artikel kan het bestuur toch rechtsgeldige besluiten nemen, als alle bestuurders in de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn of de afwezige bestuurders schriftelijk toestemming hebben gegeven rechtsgeldige besluiten te nemen in hun afwezigheid.
6) Bestuursleden zijn bevoegd hun stemrecht door middel van een elektronisch communicatiemiddel uit te oefenen, mits;
a. de voorwaarden te stellen aan het gebruik van het communicatiemiddel zoals de verbinding, de beveiliging en dergelijke bij de oproeping worden bekendgemaakt,
b. het lid kan worden geïdentificeerd,
c. het bestuurslid rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen op de vergadering, en
d. indien deze mogelijkheid daartoe is geopend, het bestuurslid kan deelnemen aan de beraadslagingen.
7) In de vergaderingen van het bestuur heeft iedere bestuurder één (1) stem.
a.) Voor zover in de statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden de besluiten door het bestuur genomen met absolute (volstrekte) meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend, tenzij bestuurders met totaal twee personen deelnemen aan een stemming. september ’21 De voorzitter zal geen zwaardere stem hebben dan de andere aanwezige bestuurders tezamen.
b.) Een bestuurder kan aan een andere bestuurder schriftelijk volmacht verlenen om zich in de vergadering te laten vertegenwoordigen. Een bestuurder kan ten hoogste één (1) medebestuurder in de vergadering vertegenwoordigen.
8) In geval van belet of ontstentenis van alle bestuursleden, wijst de algemene vergadering zo spoedig mogelijk ten minste drie vervangende bestuursleden aan.

Betalingsmachtiging

Artikel 6

Als gevolg van artikel 4 en 5 van dit bestuursbesluit:

1) Betalingen worden gedaan door de penningmeester of door andere bestuursleden die hiertoe schriftelijk door het bestuur gemachtigd zijn.
2) Betalingen worden uitsluitend gedaan indien deze passen in de door de algemene vergadering goedgekeurde begroting, tenzij het bestuur bij uitzondering tussentijds nadrukkelijk goedkeuring heeft verleent als een noodzakelijke uitgave. Het bestuur neemt hierbij artikel 4 lid 2 sub a van dit besluit in acht. De werkingssfeer van dit artikel gaat in vanaf 1-1-2022.
3) Betalingen van boven de € 2500,- mogen slechts worden gedaan na goedkeuring van tenminste één ander bestuurslid dan het bestuurslid dat de betaling verricht.
4) Het bestuur stelt een declaratie- en facturatiereglement op met nadere bepalingen waar facturen en declaratie aan moeten voldoen voordat er tot betaling wordt overgegaan.

September 2021

Huishoudelijk Reglement

ALGEMENE BEPALINGEN  

Artikel 1
Waar in dit reglement wordt gesproken over de vereniging, wordt daaronder verstaan de "GOUDSE REDDINGSBRIGADE", afgekort "GRB".  
Waar in dit reglement wordt gesproken van het bestuur, wordt bedoeld het bestuur van de GRB.
 

ORGANISATIE

Artikel 2.
De GRB is op landelijk niveau aangesloten bij Reddingsbrigades Nederland KNBRD.
De GRB erkent Reddingsbrigades Nederland KNBRD als leidend en controlerend lichaam op het gebied van zwemmend en varend redden in Nederland, en onderschrijft haar doelstelling, statuten en huishoudelijk reglement.
 

TOETREDING

Artikel 4.
Om toe te treden tot de GRB meldt de betrokkene zich aan middels een aanmeldformulier/inschrijvingsformulier. Dit formulier is beschikbaar in de zwembaden tijdens de cluburen en op de website
Het formulier dient opgestuurd te worden naar het secretariaat. Het inschrijfgeld dient gestort te worden op rekening van de GRB
Na ontvangst van het formulier en het inschrijfgeld wordt men op de wachtlijst geplaats
Voor aanvang van de zwemlessen dient de contributie te worden voldaan. Het zwemgeld wordt achteraf aan het eind van de maand geïnd.
 
Artikel 5.
Slechts aanmeldingen die aan de gestelde eisen voldoen, worden in behandeling genomen.
 
Artikel 6.
De minimum leeftijd voor toetreding wordt door de algemene ledenvergadering nader vastgesteld.
Het bestuur kan voorwaarden, zowel voor toelating als voor aansluiting van personen stellen.
Als het lidmaatschap of junior-deelnemerschap van de GRB wordt aanvaard, houdt dit tevens het lidmaatschap van Reddingsbrigades Nederland KNBRD in.
  

EINDE VAN HET LIDMAAT EN JUNIOR-DEELNEMERSCHAP

 

SCHORSING / ONTZETTING

Artikel 7.  
Beëindiging van het lidmaatschap en junior‑deelnemerschap kan alleen geschieden als in de Statuten vermeld en op de daarin voorgeschreven wijze.
Het beëindigen van de zwemlessen op eigen verzoek kan op meerdere, door het bestuur vast te stellen momenten gedurende het verenigingsjaar. Deze vastgestelde momenten worden gecommuniceerd in het verenigingsorgaan. Bij opzegging is het zwemgeld verschuldigd tot het moment van beëindiging. Ook eventueel administratieve kosten en aangetekende kosten zullen in rekening gebracht worden. Zonodig worden deze eerst verrekend met het lesgeld .
Zij, die binnen de gestelde termijn niet hebben voldaan aan hun geldelijke verplichtingen ten opzichte van de vereniging kunnen, na één maal schriftelijk door de penningmeester te zijn gemaand, en ten tweede door de secretaris aangetekend zijn gemaand door het bestuur worden geschorst c.q. ontzet uit het lidmaatschap of junior‑Niet geïncasseerde kosten worden overgedragen aan een door de vereniging aangewezen incassobureau om de kosten te kunnen innen.
 
Artikel 8.
Een schorsing of ontzetting kan door het bestuur worden gemeld aan de aangesloten organisaties
De melding van hetgeen in dit artikel is vermeld geschiedt schriftelijk. Deze opgave moet bevatten:
de zo volledig mogelijke persoonsgegevens van betrokkene;
de reden van schorsing, ontzetting of opzegging;
de duur van de schorsing;
bij wanbetaling het bedrag dat verschuldigd is;  
de datum van ingang van de schorsing, ontzetting of opzegging;
het verzoek om overname van de schorsing, ontzetting of opzegging door de aangesloten organisaties.
 
Artikel 9.  
Onverminderd het bepaalde in de Statuten is het bestuur bevoegd leden, junior‑deelnemerschap, cursisten en begunstigers wegens overtreding van bepalingen van Statuten, huishoudelijk reglement en/of bestuursbesluiten, alsmede voor het opzettelijk doen van onjuiste opgaven en/of het opzettelijk verstrekken van onjuiste inlichtingen, voor een bepaalde tijd te schorsen of uit te sluiten van het deelnemen aan alle of bepaalde GRB
De schorsing wordt aan betrokkene schriftelijk ter kennis gebracht. Afschrift van dit besluit zal worden gezonden aan de belanghebbende commissies.
Einde van het lidmaatschap en junior‑deelnemerschap houdt tevens in het einde van het lidmaatschap van Reddingsbrigades Nederland KNBRD
  

GELDMIDDELEN

Artikel 10.
De verschuldigde contributie en bijdragen welke in de Statuten worden vernoemd, worden op de jaarlijkse algemene ledenvergadering telkens voor het volgende verenigingsjaar vastgesteld.
 
Artikel 11.
Leden en junior‑deelnemerschap die in de loop van het verenigingsjaar worden toegelaten betalen de volledige contributie voor het lopende jaar, alsmede het zwemgeld naar rato in termijnen. Nieuwe leden worden aangenomen in januari, april en oktober, of door het bestuur vast te stellen data.
 
Artikel 12.
Elk nieuw lid, of junior‑deelnemerschap is inschrijfgeld verschuldigd, waarvan de hoogte van het bedrag door het bestuur wordt
 
 Artikel 13.
Het bestuur kan voor de betaling van contributie, bijdragen en dergelijke nadere regels vaststellen omtrent tijdstip en wijze van betaling. Alle les en zwemgelden worden via automatische incasso geïnd.
 

BESTUUR

Artikel 14.
Het bestuur wordt gevormd door tenminste: 3. De taken van de bestuursleden worden in het bestuur, in onderling overleg verdeeld.
een voorzitter;
een secretaris;
een penningmeester;
en bestuursleden.
Een bestuurslid kan, zo nodig, tijdelijk meer dan één functie in het bestuur waarnemen.
Elk van de bestuursleden is, voor de onder zijn berusting zijnde bescheiden en bezittingen van de vereniging, aansprakelijk.
 
Artikel 15.
De bestuursleden treden af volgens rooster, met dien verstande dat de voorzitter, secretaris en penningmeester niet tegelijk aftredend zijn.
 
Artikel 16.
Men houdt op lid van het bestuur te zijn door:
schriftelijk bij het bestuur te bedanken voor het bestuurslidmaatschap;
volgens het rooster af te treden;
ingevolge de bepalingen van de Statuten of huishoudelijk reglement van zijn functie ontheven te worden;
beëindiging van het lidmaatschap van de vereniging;
overlijden.
 
Artikel 17.
Indien het bestuur in zijn geheel tussentijds aftreedt, blijft dit bestuur de lopende zaken behartigen, totdat op de eerstvolgende algemene ledenvergadering een nieuw bestuur is gekozen.
 
Artikel 18.
Een bestuurslid dat de belangen van de vereniging verwaarloost, kan door een bestuursbesluit met tweederde van de uitgebrachte stemmen in de uitoefening van zijn functie worden beperkt en door de algemene ledenvergadering worden geschorst of ontslagen.
Binnen acht dagen na het besluit tot schorsing of ontslag is de betrokkene verplicht de onder zijn beheer zijnde stukken en bezittingen van de vereniging aan een door het bestuur aan te wijzen persoon over te dragen.
Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van de termijn.
 
Artikel 19.
Het recht om kandidaten te stellen voor de te vervullen bestuursvacature is voorbehouden aan de leden, met dien verstande, dat het bestuur bevoegd is kandidaten voor te dragen.
De kandidaatstelling door de leden kan geschieden tot aanvang van de algemene ledenvergadering.
De kandidaatstelling door de leden moet worden ondersteund door tenminste tien stemgerechtigde leden.
Een eventuele kandidaatstelling dient vergezeld te gaan met een schriftelijke verklaring van het betrokken lid, dat zich bereid verklaart de kandidatuur te aanvaarden.
Het bestuur is bevoegd om voorkeur‑advies inzake de vervulling van de vacature uit te brengen.
Indien nieuwe kandidaten vroegtijdig bekend zijn bij het bestuur, zullen deze met naam en toenaam in het officiële verenigingsblad worden vermeld.
 
Artikel 20.
Wanneer in een bestuursvergadering minder dan de helft van het aantal bestuursleden aanwezig is, mogen er geen belangrijke besluiten worden genomen. In de agenda van de eerstvolgende bestuursvergadering dient dan vermeld te worden dat er belangrijke besluiten moeten worden genomen. Indien aan deze oproep onvoldoende gehoor wordt gegeven is het bestuur ondanks een minderheid, bevoegd alle besluiten te nemen waarvoor zij door de algemene ledenvergadering is benoemd.
 
Artikel 21.
De voorzitter geeft leiding aan de activiteiten van het bestuur. Hij leidt de vergaderingen en stelt daarin de orde van de dag vast, tenzij de vergadering anders beslist. Hij heeft het recht de beraadslagingen te sluiten, wanneer hij meent dat de vergadering voldoende is ingelicht, doch is verplicht die weder te openen zodra één derde van het stemmental, dat op de vergadering kan worden uitgebracht, het verlangen daartoe kenbaar maakt.
Een door het bestuur aan te wijzen bestuurslid neemt bij verhindering van de voorzitter diens functie waar.
 
Artikel 22.
De Secretaris is belast met:
het voeren der briefwisseling, waarvan kopie wordt gehouden;
het ontwerpen van brieven, rapporten en verslagen;  
het voorbereiden en uitschrijven van vergaderingen en bijeenkomsten, alsmede het in overleg met de voorzitter samenstellen van de agenda;  
het samenstellen van het jaarverslag;
het ordenen en het bijhouden van het archief;
het verstrekken van advies aan de commissies van de GRB, alsmede het toezien op het bijhouden van dossiers van de ingekomen en uitgaande stukken door de commissies;
het voeren van een doelmatige administratie van leden en junior‑deelnemerschap, alsmede het doorgeven van de mutaties aan de daarvoor in aanmerking komende instanties;
het verrichten van andere werkzaamheden, die tot de taken van het secretariaat gerekend kunnen worden:
Het bestuur kan taken van de secretaris aan een ander bestuurslid opdragen
Het bestuur kan taken van de secretaris aan een ander lid opdragen onder eindverantwoording van het bestuur.
Een door het bestuur aan te wijzen bestuurslid neemt bij verhindering van de secretaris diens werkzaamheden zoveel mogelijk over.
 
Artikel 23.
Het bestuur kan bepalen dat bescheiden van belangrijke aard door de voorzitter tezamen met één der leden van het dagelijks bestuur worden ondertekend.
Een door het bestuur aan te wijzen persoon houd de notulen bij.
De notulen worden onmiddellijk na goedkeuring door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
 
Artikel 24.
De penningmeester is belast met:Een door het bestuur aan te wijzen bestuurslid neemt bij verhindering van de penningmeester diens werkzaamheden zoveel mogelijk over.
het beheren van de geldmiddelen, eigendommen en bezittingen van de vereniging;
hij draagt zorg voor inning van de aan de vereniging verschuldigde bedragen en voor het doen van uitgaven;
hij beschikt over de girale geldmiddelen van de GRB, al of niet onder door het bestuur of de algemene ledenvergadering te stellen voorwaarden;
hij houdt een inventarisatiestaat bij van eigendommen, alsmede van in bruikleen ontvangen zaken;
hij zorgt voor een doelmatige boekhouding met betrekking tot de inkomsten en uitgaven van de vereniging en sluit jaarlijks de boekhouding per eenendertig december af;
hij is verplicht aan het bestuur, de kascommissie als bedoeld in artikel elf van de Statuten, alle gewenste inlichtingen omtrent zijn beheer te verstrekken en desgevraagd aan de leden van het dagelijks bestuur en de kascommissie inzage van de boeken toe te staan;  
hij legt schriftelijk verantwoording en rekening af aan het bestuur van het gevoerde beheer door middel van een rekening van baten en lasten en een balans;
hij ontwerpt de begroting voor het volgende boekjaar en bewaakt de begroting voor het lopende boekjaar;
de in de twee voorgaande alinea's vermelde stukken dienen op een zodanig tijdstip gereed te zijn, dat inzage door de leden voor de algemene ledenvergadering mogelijk is;
hij belegt de gelden overeenkomstig het besluit van het bestuur;
Een door het bestuur aan te wijzen bestuurslid neemt bij verhindering van de penningmeester diens werkzaamheden zoveel mogelijk over.
a.Het bestuur kan taken van de penningmeester aan een ander bestuurslid opdragen.
b.Het bestuur kan taken van de penningmeester aan een ander lid opdragen onder eindverantwoording van het bestuur

Artikel 25.
De overige bestuursleden zijn behulpzaam bij bestuur werkzaamheden, zulks op een door het bestuur te bepalen wijze.
 
Artikel 26.
Wanneer een bestuurslid, commissielid, of brigadefunctionaris aftreedt, is hij verplicht de onder zijn beheer zijnde stukken en bezittingen van de vereniging binnen 14 dagen aan een door het bestuur aan te wijzen persoon over te dragen.
 
Artikel 27.
Tot de taken van het hele bestuur behoren:
de algemene leiding in de vereniging en alle werkzaamheden, die daaruit voortvloeien, onder andere toezicht op de naleving van de Statuten, reglementen en besluiten;
het uitvoeren van de besluiten van de algemene ledenvergadering;
het uitbrengen van gevraagde en ongevraagde adviezen aan de daarvoor in aanmerking komende instanties en personen;
het beoordelen van aan de vereniging gerichte verzoeken;  
het benoemen en ontslaan van commissieleden, officials en functionarissen, voor zover niet aan de algemene ledenvergadering is voorbehouden;
het aanstellen en ontslaan van personen al dan niet in bezoldigde taken.
Het dagelijks bestuur draagt zorg voor:  
een juiste afwikkeling van lopende zaken;  
het nemen van beslissingen in zaken met een spoedeisend karakter, met dien verstande dat dergelijk beslissingen op de eerst volgende bestuursvergadering ter goedkeuring dienen te worden voorgelegd.
Van de vergaderingen van het bestuur worden notulen gemaakt en gezonden aan alle bestuursleden.
De leden van het bestuur hebben het recht de vergaderingen en bijeenkomsten van de commissies, met uitzondering van die van de kascommissie, bij te wonen en hebben daarin een adviserende stem.

Artikel 28.
Besluiten van het bestuur genomen op grond van de Statuten, het huishoudelijk reglement of andere reglementen, zijn bindend voor alle leden, juniordeelnemers, cursisten en begunstigers van de vereniging. Waar het GRB belang dit gewenst maakt, worden deze besluiten in het officiële verenigingsblad ter kennis gebracht.
 

VERGADERINGEN

Artikel 29.
Teneinde de communicatie tussen het bestuur, de commissies en functionarissen te bevorderen, belegt het bestuur vergaderingen.
Deze vergaderingen hebben een beleidsvoorbereidende, adviserende en opinie‑vormende taak. Het bestuur is bevoegd ook derden, niet behorende tot de in dit artikel genoemde geledingen uit te nodigen voor de vergaderingen en discussies.
 
Artikel 30.
Een lid van de brigade wordt geacht op de algemene ledenvergadering van de vereniging tegenwoordig te zijn als hij de presentielijst heeft getekend.
 
Artikel 31.
Tot het doen van voorstellen zijn bevoegd de leden en het bestuur van de vereniging.
Een voorstel dat tenminste dertig dagen voor aanvang van de algemene ledenvergadering is binnengekomen, kan in de oproepingsbrief voor de vergadering worden vermeld.
 
Artikel 32.
Indien het hem wenselijk voorkomt kan de voorzitter een maximum spreektijd vaststellen.
 

WIJZE VAN STEMMEN

Artikel 33.
Zowel het bestuur als de leden hebben het recht staande de vergadering voorstellen tot wijziging of verbetering van de redactie op een voorstel in te dienen. Deze worden voor het voorstel in stemming gebracht en wel het eerst dat voorstel tot wijziging of verbetering van de redactie, dat volgens de mening van de voorzitter de verste strekking heeft, met in achtneming van artikel twintig van de Statuten.
 

COMMISSIES

Artikel 34.  
Tot de instelling van een commissie kunnen zowel het bestuur als de algemene ledenvergadering besluiten.
Leden van het bestuur en leden van de vereniging kunnen (adviserend) lid van een commissie worden tenzij in de Statuten of reglementen het tegendeel is vastgelegd. In bijzondere gevallen kan het bestuur personen, die geen lid van de vereniging zijn, tot lid van een commissie benoemen op grond van hun deskundigheid.
In het algemeen zal een commissie bestaan uit een voorzitter, secretaris en zoveel leden als wenselijk wordt geacht.
De leden van commissies treden terstond na hun benoeming in functie en treden af volgens de bepalingen in de Statuten en/of huishoudelijk reglement.
Bij verhindering van de voorzitter en/of secretaris neemt één van de commissieleden zijn taak waar.
De leden van de commissies van tijdelijke aard worden door het bestuur uitgenodigd daarin zitting te nemen en met hun instemming daarin benoemd.
Het bestuur verstrekt aan leden van commissies van tijdelijke aard een schriftelijke opdracht.
De leden van commissies zijn verplicht nauw samen te werken met het bestuur.
 
Artikel 35.
Het lidmaatschap van een commissie eindigt door:  
het niet meer voldoen aan de eisen voor het lidmaatschap van de commissie;  
opheffing c.q. ontbinding van de commissie;  
schriftelijk bedanken bij de secretaris van de vereniging;  
beëindiging van de termijn waarvoor men gekozen of benoemd is;  
overlijden
 
Artikel 36.
In het algemeen zijn de commissies verantwoording verschuldigd aan het orgaan, waarvan zij de opdracht hebben ontvangen.
Voor elke vergadering van een commissie wordt een oproep tot bijwonen van vergadering, de agenda, alsmede de notulen aan de portefeuillehouder gezonden.
 
Artikel 37.
Tenzij uit dit reglement anders blijkt, mag briefwisseling van commissies met overheidsorganen en andere instellingen slechts worden gevoerd na uitdrukkelijke toestemming van het bestuur.
 

KASCOMMISSIE  

Artikel 38.
Controle van het beheer vindt plaats:  
zo dikwijls het bestuur of de commissie dit gewenst acht;  
wanneer de penningmeester wenst af te treden of op grond van de bepalingen van de Statuten of uit reglement in de uitoefening van zijn functie wordt beperkt c.q. geschorst, ontzet of ontslagen;  
bij alle wisselingen van het penningmeesterschap;  
tenminste eenmaal per kalenderjaar uiterlijk zes weken voor de algemene ledenvergadering.
Van de bij controle gedane bevindingen brengt zij verslag uit aan het bestuur, tenminste vier weken voor de jaarlijkse algemene ledenvergadering, teneinde de algemene ledenvergadering tijdig te informeren.
De taak van de leden van de kascommissie eindigt op de algemene ledenvergadering.
Indien nodig kan het verslag van de kascommissie ter vergadering mondeling worden toegelicht.
 

MEDISCHE ZAKEN

Artikel 39.
Het bestuur kan daar waar nodig is, gevraagd of ongevraagd het advies inwinnen van een arts over medische zaken.
 

TECHNISCHE COMMISSIE  

Artikel 40.
De technische aangelegenheden worden onder verantwoordelijkheid van de voorzitter behandeld.
De technische commissie wordt gevormd door een voorzitter/secretaris en één of meer leden, onder wie afvaardiging van de zwembaden.
Voorzitter/secretaris, leider(s worden voorgedragen door de Technische Commissie en door het Bestuur tot wederopzegging benoemd.
De samenstelling van de Technische Commissie, evenals de taakinhoud en de taakverdeling, zal worden vastgelegd in het handboek van de GRB.
Het handboek zal jaarlijks, of zoveel vaker als noodzakelijk, worden geactualiseerd.
 
Artikel 41.
Onder technische aangelegenheden wordt verstaan:
het bestuur en andere GRB instanties al of niet op verzoek adviseren in technische zaken;
het aan het bestuur voordragen ter benoeming c.q. ontslag van technische functionarissen (kaderleden, instructeurs);
het bevorderen van een goede communicatie met en tussen kader, werkzaam op technisch gebied;
het opstellen van een jaarplanning, waarbij rekening moet worden gehouden met de bestuurlijke jaarplanning;
de indeling van de oefen uren en het technisch kader;
het ontwerpen en uitvoeren van een oefenschema;
het handhaven van een goede gang van zaken tijdens cursussen, oefen bijeenkomsten en andere evenementen;
het indienen van voorstellen omtrent leden, die na hun geschiktheid te hebben bewezen, voor het volgen van specifieke opleidingen;
het toezicht op het onderhoud van materiaal en materieel, voor zover dit niet aan andere personen is opgedragen;
het uitbrengen van een jaarverslag, w.o. een chronologische overzicht van de hulpverlening;
het rapporteren aan het bestuur;
het regelen en leiden van examens via de portefeuillehouder, voor zover deze onder supervisie en verantwoordelijkheid van het bestuur van de vereniging plaatsvinden;
het indienen van voorstellen met betrekking tot bijzondere activiteiten voor het komende jaar en de daarbij behorende begrotingen bij het bestuur en wel dertig dagen voor de jaarlijkse algemene ledenvergadering;  
het uitvoeren van of doen uitvoeren van de door het bestuur verstrekte opdrachten;
het bijhouden van een chronologisch overzicht van technische aangelegenheden;
het bijhouden van een dossier van ingekomen en uitgaande stukken betreffende technische aangelegenheden, waarvan de afwerking aan de technische commissie is opgedragen;
het doen van voorstellen aan het bestuur voor het opstellen van een voordracht tot benoeming of ontslag van officials;
het maken van een lesrooster voor opleidings‑ en vervolgcursussen; 
De technische commissie kan door haar te bepalen zaken delegeren aan de voorzitter/secretaris van deze commissie en/of de technische leider(s).  
 
Artikel 42.
De technische commissie roept tenminste 10 maal per jaar de commissieleden bijeen ter bespreking van:
de voortgang van technische zaken in het lopende jaar
voorstellen tot wijziging van technische aangelegenheden;
het opstellen van een voordracht voor benoeming tot official;  
het opstellen van een voordracht voor het volgen van specifieke opleidingen;
andere onderwerpen van technische aard als voorgesteld door de technische commissie.
 
Artikel 43.
Het behoort tot de taak van de TC een alfabetisch gerangschikt systeem bij te houden van de leden, junior‑deelnemerschap en cursisten. In dit systeem wordt opgenomen:
het bezit van diploma's/brevetten op het gebied van zwemmen, zwemmend‑ en varend redden, EHBO en/of andere hulpverleningsvormen.
de bij de brigade of bij andere instanties gevolgde opleidingen op het gebied van hulpverlening;
gegevens welke nodig worden geacht om te voldoen aan de bepalingen van de Statuten, het huishoudelijk reglement of andere reglementen;
wijzigingen van de in het systeem opgenomen gegevens, waar nodig wordt ook het bestuur in kennis gesteld van de aangebrachte c.q. aan te brengen wijzigingen.
De TC doet schriftelijk voorstellen tot invoering en/of wijziging van bestaande formulieren, na voorafgaand overleg met de afgevaardigden, aan het bestuur en behoeft goedkeuring van het bestuur voor de invoering c.q. wijziging/opheffing.
 
Artikel 44.  
 
De voorzitter TC leidt de bijeenkomsten als bedoeld in artikel 42 van dit reglement. Hij ziet toe op de naleving van de onder hem ressorterende aangelegenheden en/of verkregen opdrachten en de uitvoering van de taken van de commissieleden.
Bij langdurige ontstentenis van de voorzitter TC benoemt het bestuur van de GRB een tijdelijke voorzitter TC, die de taak van de voorzitter TC gedurende de periode van de ontstentenis overneemt.
 

ONDERSCHEIDINGEN

Artikel 45.
Leden van de brigade kunnen bij het bestuur voorstellen indienen met betrekking tot het benoemen tot lid van verdienste c.q. erelid.
 

OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 46.
Van elke hulpverlening aan derden dient schriftelijk aan het bestuur te worden gerapporteerd.
 

BEKWAAMHEID

Artikel 47.
De bekwaamheid in het zwemmend en varend redden kan worden getoetst aan de hand van een examen waarvan de nadere regeling kan zijn vastgelegd in een Opleiding en Examenreglement (OER) en Wedstrijdreglement (WR), beide vastgesteld door Reddingsbrigades Nederland KNBRD, deze dienen te voldoen aan de eisen van de organisaties, die op dat gebied werkzaam zijn.
De bekwaamheid in het zwemmen en EHBO kan worden getoetst aan de hand van een examen waarvan de nadere regeling kan zijn vastgelegd door een externe partij.
De GRB heeft verder het recht eisen voor aanvullende examens vast te stellen en hiervoor brevetten en diploma's uit te geven.
 

WEDSTRIJDEN

Artikel 48.
Wedstrijden, prestatietochten en andere krachtmetingen worden zoveel mogelijk onder de bepalingen gehouden van het Wedstrijdreglement (WR) van Reddingsbrigades Nederland KNBRD.
 

KOSTENVERGOEDING

Artikel 49.
Aan een ieder door het bestuur aangewezen personen, kan volgens de door het bestuur vastgestelde regels de door hen gemaakte correspondentie‑, telefoon‑, reis‑ en verblijfkosten, welke in het belang van de brigade zijn gemaakt worden vergoed.
In bijzondere gevallen kan door het bestuur het reizen op een andere wijze dan de goedkoopste, worden toegestaan.
De declaraties dienen bij de penningmeester te worden ingediend.
Indien de penningmeester niet akkoord gaat met de ingediende declaratie, stelt hij hiervan betrokkene zo spoedig mogelijk kennis. Als de betrokkene en de penningmeester niet tot overeenstemming komen, beslist het bestuur.
 

SLOTBEPALINGEN

Artikel 50.  
Het bestuur bepaalt het bedrag, waartegen reglementen van de GRB zijn te verkrijgen. Het bestuur is bevoegd Statuten en huishoudelijk reglement van de brigade aan anderen dan leden te verstrekken al of niet tegen een door het bestuur vast te stellen bedrag.
 
Artikel 51.
Geen der aangeslotenen (in de zin van artikel vier van de Statuten) leden kunnen zich beroepen op het onbekend zijn met het bepaalde in de Statuten, het huishoudelijk reglement en/of andere reglementen der vereniging.
 
Artikel 52.
Wijzigingen in het huishoudelijk reglement kunnen slechts worden aangebracht door de algemene ledenvergadering met een meerderheid van tenminste tweederde van het aantal uitgebrachte geldige stemmen.
Deze wijzigingen treden inwerking op de dag, waarop deze aan de leden zijn bekend gemaakt, tenzij de algemene ledenvergadering bepaalt, dat de wijzigingen onmiddellijk of op een nader te bepalen datum in werking treden.
 
Artikel 53.
Dit reglement is vastgesteld in een algemene ledenvergadering van de GRB, gehouden te GOUDA op eenentwintig oktober tweeduizend negen en treedt in de plaats van het huishoudelijk reglement dat laatstelijk is vastgesteld en goedgekeurd in de algemene ledenvergadering van zeventien september negentienhonderd en zesennegentig.
 
Samenstelling van het bestuur tijdens wijziging:
 
Voorzitter                                          M. van Ditmarsch
Secretaris                                          A.K.M. Mooijenkind
Penningmeester                                 G.J.M. Bervoets
2e Secretaris                                      P.J.A.M. van Heel
Commissaris                                      M.J. Kerkof
Commissaris                                      P. Revet
Sponsoren

Goudse Reddingsbrigade

 
telefoon:  06-21909171  
maandag t/m vrijdag
bij geen gehoor graag voicemail inspreken met uw verzoek

Wij zijn aangesloten bij Reddingsbrigade Nederland

Wij zijn Licentiehouder Nationale Zwemdiploma's

Koninklijke Erepenning



Ontvangen op 24 juni 2021
Ter ere van het 100 jarig bestaan.

ANBI




Wij zijn een Algemeen Nut Beogende
Instelling. Giften zijn hierdoor onder
voorwaarden aftrekbaar van de belasting.
Terug naar boven